Zijn de problemen de probleemwijk uit?
Zijn de problemen de probleemwijk uit? Graag een visie voor de aandachtswijken!
Waarom horen we zo nog weinig van de achterstandswijken in Nederland? Zijn de problemen weg? Samen met de subsidies, verpakt in rijksbeleid en ISV? De meeste woningen zijn er eigendom van een woningcorporatie, en die moeten terug naar hun kerntaken. Doen ze dan minder in de aandachtswijken? Zijn met de crisis de problemen van de mensen verdwenen? Onwaarschijnlijk toch. Hebben pers en politiek andere zaken aan hun hoofd? Best mogelijk.
Of is dit alles maar schijn? De werkelijkheid is dat de druk op de aandachtswijken toeneemt. Er komen door de extramuralisering steeds meer ‘verwarde mensen’, zoals Aedes het noemt, en die belanden dikwijls in zo’n (voormalige) aandachtswijk. Daar is het ook dringen voor de arbeidsmigranten, starters, ouderen, vergunninghouders, jongeren en anderen die een betaalbare woning willen.
Tien jaar geleden waarschuwde minister Winsemius dat in 140 wijken de vlam in de pan dreigde te slaan, waarvan in 40 het vuur al zichtbaar was. Een serie achterstandswijken werd bepaald, eerst waren dat er 56, later 40. Dat waren de pracht-, kracht-, probleem- of aandachtswijken. De Vogelaarwijken waren het paradepaardje van het toenmalige kabinet Balkenende. Fysieke herstructurering gekoppeld aan sociale stijging.
Inmiddels zijn de prachtwijken geruisloos van de agenda verdwenen. Niet gestopt, want het rijksbeleid loopt officieel nog door tot 2018 – minister Donner tekende ervoor op zijn laatste werkdag; wie weet dat nog? – maar al snel zonder financiële middelen, dus krachteloos.
Na de periode met pek en veren voor de woningcorporaties – fraude, overmoed, hoge beloningen – horen we recentelijk ook waardering voor hun werk. Gerard van Bortel (TU Delft) laat in zijn proefschrift zien dat corporaties een stabiliserende en verbindende rol vervullen. Zij zijn er feitelijk de enigen met een langetermijnperspectief. Radboud Engbersen (Platform31) en Yves Vermeulen (De Vernieuwde Stad) presenteren een staalkaart van kleinschalige initiatieven waarmee corporaties leefbaarheid in de buurt stimuleren, meestal door vastgoed ter beschikking te stellen. Ton van der Pennen (TU Delft) redigeert een overzicht van naoorlogs stedelijk beleid, dat eigenlijk een grote lofzang is op een voortdurende aandacht voor aantrekkelijke wijken.
Ondertussen blijf ik me verbazen over het gebrek aan aandacht. Moeten er misschien eerst relletjes komen, hier of in Molenbeek, Parijs of Stockholm? Of zullen we eens goed nadenken welke aandacht – van onderop, maatwerk of top down – nou echt nodig is. Een visie op de bestaande stad is hard nodig, maar het blijft angstvallig stil.
Buitenlanders verwonderen zich op bezoek in Nederland doorgaans over de kwaliteit van de Nederlandse woonmilieus, vooral die aan de onderkant. Laten we die met zijn allen zo houden. Dat betekent een voortdurende zorg voor alle wijken: aandachtswijk of niet.
Frank Wassenberg, Platform31, 9 maart 2016