MOM-Column Modewoorden
Soms word ik in mijn wijkse werk overstelpt met nieuwerwetse vaktaal, die ik dan in korte tijd heel veel voorbij zie of hoor komen. Zo’n modewoord is de co-creatie, hetgeen uitdrukt dat je iets heel erg en vooral samen gedaan hebt. Alleen het woord al is een co-creatie van jewelste. Dikwijls benadrukken de gebruikers de betekenis ervan met de samenwerking tussen Philips en Douwe Egberts, die tot de Senseo-koffie geleid heeft, een gigantisch succes op het aanrecht.
Dus die co-creatie zegt gewoon dat je samengewerkt hebt en iets nieuws of verrassends op de wereld zet. Eigenlijk is iedere soort van productontwikkeling een vorm van co-creatie, want er zijn niet zoveel uitvindingen die helemaal in iemands eigense uppie zijn gedaan.
Nu lees die term co-creatie opeens ook bij reorganisaties van bedrijven of overheden;
“wij werken voortaan volgens de “co-creatie-methode” is dan de vertrouwenwekkende nieuwe slagzin, en het liefst gaat men een co-creatie met de klant of burger aan. Kortom voorheen deden we het ieder vooral voor onszelf en nu, ja nu doen we het vooral samen. Dat is toch wel een heel grondige reden om te gaan reorganiseren. Een verzameling eilandjes daar schiet niemand wat mee op.
Laat ik eerlijk zijn, in een ver ver verleden heb ik me als jonge hond ook bediend van dit soort terminologie, toen ik de wereld nog dacht te veroveren met trainingen klantgerichtheid en klantvriendelijkheid. We iets creëerden iets unieks voor en met de klant, een co-creatie avant la lettre, en vervolgens leerden we diezelfde klant weer iets te co-creëren met zijn klant, of beter gezegd zijn toekomstige klant, die nog van geen co-creatie afwist.
De weerslag van die klantgerichte co-creatie was meestal een traject voor de hele Verkoopafdeling en Klantenservice en na afloop een bijbehorende een factuur van onze hand. Uiteraard verboden wij onze deelnemers de modewoorden van die tijd te gebruiken in het bijzijn van de klant. Dat is nu anders, nu word ik deelgenoot van het proces waar de te reorganiseren organisatie zich in bevindt. Wil ik dat wel weten?
Nou heeft iedere tijd wel zijn modewoorden; hadden we in de jaren ‘90 de “maatwerkgedachte”, in het decennium daaropvolgend waren het de “tools” die we nodig hadden om ons doel te bereiken, alhoewel“smart maken” ook wel aardig in de buurt kwam destijds. Op een gegeven moment had je zelfs een smart-doctrine van vergadertijgers die – als ze echt niets meer te zeggen hadden – nog altijd met de zin: “Het moet wat mij betreft iets smarter… ” hun ego redden en daarmee bedoelend dat de bal bij weer terug bij de initiatiefnemer gelegd werd. Meestal was dat gelijk terug bij af, want als je het niet smart kon maken, o-wee-o-wee, dan was je idee geen knip voor hun neus waard. Dus weg lef, weg durf, weg risico. Meestal waren dat dezelfde mensen die als je ze dan vroeg, wat dat smart-maken dan inhield, amper betrapt konden worden op enige smartte gedachten.
Terug naar de huidige co-creaties: het toppunt van de co-creatie is dat de theefabrikant, wiens producten bij ons ieder in het keukenkastje staan, een nieuw soort thee heeft ontwikkeld volgens de co-creatie-methode. Nogmaals … jawel hoor … ontwikkeld volgens de co-creatie-methode. Het spannende resultaat is speculaasthee, een co-creatie van thee en speculaas. Tjonge, tjonge wat creatief, dat we daar niet eerder opgekomen zijn.
Beste theeverzinners, beste thee-co-creatievelingen, een speculaasje hoor je in je thee te dopen en vervolgens het zacht doorweekte speculaasje snel naar je mond te brengen alvorens ie afbreekt, waarna sommige kruimels alsnog in de thee belanden. Dan gaat inderdaad je thee al een beetje naar speculaas geuren. Dat is, blijft en hoort zo!
Ik heb geen zin te roeren door een kant-en-klaar theemengsel dat tot stand gekomen is door de co-creatie-methode. Vast en zeker zitten die co-creatieve thee-mutsen in een of andere reorganisatie, en willen ze dat mij laten weten, of beter gezegd, laten drinken. Mooi niet!
Ralf Embrechts ~ MOM